Als vrouw in het groen: “Ik blik of bloos nergens van”
Dat de groenbranche geen mannenwereld hoeft te zijn, bewijst onze collega Astrid Zuidema. Zij werkt al 6 jaar in het hoogseizoen voor T&G. Samen met haar man Ron onderhoudt ze allerlei terreinen. Hoe ervaart zij werken in het groen? Astrid: “Je moet niet bang zijn om vies te worden.”
Hoe ben je de groenbranche ingerold?
Astrid: “Ik en Ron hebben altijd een boomkwekerij gehad in Boskoop, maar daar zijn we mee gestopt. Vanuit de boomkwekerij is de stap naar het groen zo gemaakt. We hadden al ervaring met snoeien, heggen knippen, etc.. Er was al snel een goede klik met George (bedrijfsleider van T&G in Bodegraven, red.) en we konden direct aan de slag. Nu verzorgen we in het hoogseizoen het onderhoud op diverse locaties, altijd met z’n tweeën. En dat doen we nog elke dag met veel plezier!”
Wat vind je zo leuk aan het groen?
Astrid: “Dat het werk is waar je veel voldoening uit haalt en waarin je veel vrijheid krijgt. We kwamen laatste bijvoorbeeld bij een binnentuin wat net een oerwoud was. Je maakt de tuin dan naar eigen inzicht weer helemaal netjes. Mensen zijn altijd zo blij als we zijn geweest. Vaak genoeg krijg je erg leuke reacties en zeggen mensen dat het er weer mooi bijligt. Dan heb je echt eer van je werk!
Dat geldt trouwens niet alleen voor onderhoudswerk. Je bent iedere dag ergens anders en het werk is erg divers. We helpen ook regelmatig bij de aanplant van plantsoenen. Met het beplantingsplan en de juiste uitleg gaan we dan op pad, maar altijd zit er een deel eigen inzicht in. Het wordt echt je eigen project. Aan het einde van de dag is een braakliggend terrein omgetoverd tot mooi plantvak waar mensen van kunnen genieten. Laatst hebben we zelfs een sedumdak aangelegd. Geen dag is hetzelfde.”
Voel je je thuis in de groenbranche?
Astrid: “Absoluut! Ik ervaar maar weinig verschillen tussen mannen en vrouwen in dit werkveld. Er zijn binnen de T&G Groep meer vrouwen actief, op iedere vestiging zeker één. Dat is een goede ontwikkeling voor onze branche! In het begin merk je wel dat iedereen een beetje afwachtend is: wat gaat ze allemaal doen? Het ene gaat me natuurlijk makkelijker af dan het ander, want spierkracht is enigszins genetisch. Maar ik ga niks uit de weg en ik probeer alles op te pakken. Dat wordt gewaardeerd en binnen no-time hoorde ik er helemaal bij.
Er wordt vaak gezegd dat de groenbranche een mannenwereld is, maar wat mij betreft is dat helemaal niet waar. Want ik kan er als vrouw prima in mee. Ik heb nog nooit met een collega iets raars meegemaakt of een vervelende opmerkingen gekregen. Soms wordt een vies grapje gemaakt in de kantine en dan kijken ze mij aan. Maar ik blik of bloos er niet van. Ik krijg wel eens te horen van de buitenwereld: ‘jij ook met een bosmaaier? Jemig!’ Maar ik grap dan gewoon dat ik in ieder geval niet meer naar de sportschool hoeft.”
Naar overzicht