De kracht van de koolmees
De wereld wordt in vogelvlucht duurzamer. Letterlijk! Want er wordt steeds meer samengewerkt met vogels. Zo maakt T&G Groep regelmatig gebruik van de koolmees, bijvoorbeeld om processierupsen op een natuurvriendelijke manier te bestrijden. “Koolmezen hebben veel voordelen, maar ze kunnen ook erg veeleisend zijn,” aldus onze uitvoerder, die in deze blog vertelt hoe hij deze kieskeurige vogels voor zich weet te winnen.
“We zoeken altijd naar nieuwe manieren om duurzamer beheer te voeren voor onze klanten. Maar op sommige grote (fabrieks)terreinen wordt ons gevraagd liever geen bloemenmengsels en insectenhotels in te zetten. Soms zijn er gebruikers op het terrein die daardoor juist overlast kunnen ervaren als ze lekker op een bankje zitten te lunchen. Dan moet je dus iets anders verzinnen. En zo is het idee voor de koolmezen ontstaan.”
Eerst zaaien, dan oogsten
Maar hoe zorg je ervoor dat zo’n vogeltje zich gaat nestelen op het terrein? Met veel zorg en toewijding: “Allereerst moeten we zorgen dat er genoeg te eten is. Eerst zaaien, dan oogsten. Dit doen we door voedertorens op te hangen. We zetten dan een speciale route uit voor de koolmees om te volgen. Dus als de eerste silo leeg is, vullen we pas de volgende. Zo laten we de koolmees rondjes vliegen over het terrein.”
“Het voederen doen we vanaf medio november tot maart, afhankelijk van het weer. Maar zodra we zien dat er voldoende larven (van de processierups, red.) op het terrein zijn stoppen we direct. Zo gaat de koolmees zijn eigen voedsel zoeken en start de bestrijding. Omdat wij zorgen dat er ook in de winter voldoende voedsel is, houden wij de vogel op het terrein. En met nestkastjes voorzien we in nestgelegenheid in het broedseizoen.”
Veeleisende vogels
Toch is het niet gemakkelijk om de koolmees voor je te winnen. Deze soort is namelijk erg veeleisend en de vogels kunnen ware diva’s zijn als het op broedplaatsen aankomt. Niks minder dan het perfecte plaatsje is goed genoeg. “De nestkastjes kunnen we niet zomaar ophangen. We moeten rekening houden met bepaalde standen en hoogtes – niet hoger dan 2m boven grond, minimaal 10 meter uit elkaar. Ieder najaar maken wij de nestkastjes schoon, want koolmezen zullen nooit in een gebruikt nestkastje gaan zitten. Dat vinden ze te vies.”
Hoe weet je nou of het werkt?
“De effectiviteit is lastig te meten in het begin. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld geen processierupsen weg hoeven vangen, wat normaal wel noodzakelijk is. Maar dat kan ook komen door de lagere plaagdruk. Om hier meer over te kunnen zeggen, gaan we dit jaar feromoonvallen zetten om de plaagdruk op het terrein te meten. Deze scheiden een geur af waar mannelijke vlinders van de processierups op af komen. Hoe meer je vangt, hoe hoger de plaagdruk. Dit blijft natuurlijk een schatting, maar over meerdere jaren denk ik dat we een verband gaan zien.”
Meer gezelligheid op het terrein
Gelukkig is de natuurvriendelijke bestrijding niet de enige kracht van de koolmezen. Ze doen namelijk ook veel voor de beleving op het terrein. En dat is ook wat waard. “Sinds we meer vogels op het terrein hebben merk je dat mensen met meer plezier naar buiten gaan. Je beleeft het terrein veel rijker; er zijn meer fluitende geluiden en er is simpelweg meer leven. Zeker op scholen zijn de voordelen veelvoud. Daar kan dit zelfs onderdeel worden van een educatief programma. Denk aan het in elkaar zetten van vogelhuisjes, herkennen van de koolmees en leren hoe deze broedt, tellen van de vogels of motten, etc.. Er zijn zoveel mogelijkheden om kinderen meer te betrekken en de waarde van de natuur te laten zien. Laten we kinderen leren hoe we voor de natuur kunnen zorgen zonder gif te spuiten. Dat is misschien nog wel het belangrijkste.”
Naar overzicht